Feiten

Een man werd in 2005 toegelaten tot de collectieve schuldenregeling. De schuldbemiddelaar verzoekt in 2013 tot totale kwijtschelding van de schulden.

Beslissing

Aangezien het voor de man mogelijk was zijn schulden te betalen, weigert de rechtbank de totale kwijtschelding van schulden toe te kennen.

De betaling van kosten van het ereloon, de kosten en de emolumenten van de schuldbemiddelaar zijn ten laste van de schuldenaar. Aangezien het bedrag op de rubriekrekening ontoereikend is, wordt de betaling ten laste gelegd van het Fonds ter bestrijding van overmatige schuldenlast. Het Fonds betaalt “alleen en voor zover het saldo van de rubriekrekening ontoereikend is”.

Motivering

De collectieve schuldenregeling heeft een tweedelig doel. Enerzijds is het doel om de schuldeisers, in de mate van het mogelijke, terug te betalen met de toekomstige middelen van de schuldenaar. Anderzijds wil men de situatie van de schuldenaar herstellen en hem een menswaardig bestaan waarborgen. Die twee doelstellingen moeten evenwichtig worden nagestreefd.

Een totale kwijtschelding van schulden moet dus afgewogen worden tegenover de rechtmatige verwachtingen van de schuldeisers. Slechts in het geval de schuldenaar in de onmogelijkheid is zijn schulden te betalen, mogen aan de schuldeisers offers worden gevraagd. Daartegenover staat wel dat de schuldenaar maximale inspanningen moet leveren om “tot beter fortuin te komen”. Het ‘ultieme offer’, de totale kwijtschelding, is dan ook slechts toegestaan in de meest uitzichtloze situaties. Het moet het enige sociaal toelaatbare antwoord zijn en in ieders belang zijn om tot een snelle oplossing te komen.

Op basis van die argumenten is de rechtbank van oordeel dat de man zich niet in een uitzichtloze situatie bevindt. De man is 45 jaar oud en alleenstaande. Zijn gemiddeld inkomen (tussen 1400 en 1650 euro per maand) volstaat om de huurprijs en alimentatiegeld te betalen. Er is dus volgens de rechtbank zeker ruimte voor een aflossing van schulden. De rechtbank baseert zich op de budgetstandaard om te kijken wat het minimum inkomen is om een menswaardig bestaan te leiden. Bovendien stelt de rechtbank dat de man te weinig inspanningen heeft geleverd. Zo was het een bewuste keuze van hem om niet voltijds te werken. Bijgevolg was de man niet in de onmogelijkheid om zijn schulden te betalen.

Betekenis in ruimere context

Bij een collectieve schuldenregeling wil men een evenwicht vinden tussen de belangen van de schuldeisers en de schuldenaar. Een totale kwijtschelding van schulden kan niet toegekend worden wanneer men over toereikende middelen beschikt.

Het feit dat de schuldenaar bewust niet voltijds werkt, kan een bewijs zijn van te weinig inspanningen om de schuldeisers af te betalen.
Interessant is hier ook dat de rechtbank zich baseert op de budgetstandaard om te kijken wat het minimum inkomen is om een menswaardig bestaan te leiden. De rechter berekent aan de hand van het referentiebudget dat, voor een alleenstaande man met kinderlast en sociale huur, een inkomen van 1300 euro voldoende moet zijn. Vervolgens vergelijkt zij dat minimum inkomen met de ongeveer 1400 euro die de man ontvangt om te besluiten dat hij over voldoende middelen beschikt.

 

Integrale tekst van de beslissing

 

Referenties
Artikel 1675/13bis Gerechtelijk Wetboek

www.menswaardiginkomen.be

JÉRUSALMY, O., Minimale budgetreferenties voor een waardig leven 2008-2009, Brussel, Réseau Financement Alternatif, 2009, 50p.; https://www.financite.be/sites/default/files/references/files/998.pdf

Trefwoorden
Schulden; Collectieve schuldenregeling; Totale kwijtschelding; Budgetstandaard