Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Feiten

Mevr. M., die legaal op het grondgebied verblijft, maar die niet de Belgische nationaliteit heeft, wordt met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Ze dient een aanvraag voor de tussenkomst in de betaling van de ziekenhuiskosten in bij het OCMW. Het OCMW weigert echter om tussen te komen. Het ziekenhuis stelt dezelfde vraag aan het OCMW, maar dat weigert nog steeds, onder het motto dat de vrouw niet zonder wettig verblijf is, en zodoende niet kan genieten van de dringende medische hulp. Dit is namelijk enkel bedoeld voor vreemdelingen zonder wettig verblijf in België.
De zaak wordt voor de vrederechter gebracht, die het OCMW gelijk heeft. Het ziekenhuis laat het daar niet bij en gaat in cassatie tegen de beslissing van de vrederechter.

Beslissing

Het Hof van Cassatie verbreekt het vonnis.

Motivering

Het Hof van Cassatie stelt dat de vrederechter faalt in zijn juridische motivering wanneer het oordeelt dat het OCMW de ziekenhuiskosten niet dient te betalen om de reden dat de dringende medische hulp enkel gereserveerd zou zijn voor vreemdelingen zonder wettig verblijf. Het OCMW leidt immers uit de wetgeving af dat dringende medische hulp beperkt wordt tot deze laatsten.

Voor het Hof is hier niets van aan, zowel een Belg als een vreemdeling in legaal verblijf heeft recht op maatschappelijke dienstverlening, die verschillende vormen kan aannemen, zoals die van dringende medische hulp. De dringende medische hulp wordt niet beperkt tot de personen die zich in een situatie van onwettig verblijf bevinden. Ook mensen die beschikken over een wettig verblijf kunnen er van genieten. Maatschappelijke dienstverlening omvat verschillende vormen van dienstverlening, waaronder dringende medische hulp. Enkel bij vreemdelingen zonder wettig verblijf wordt deze dienstverlening beperkt tot dringende medische hulp. Niet andersom.

Betekenis in ruimere context

Dringende medische hulp moet worden toegekend aan iedere persoon die aan de voorwaarden voldoet, ongeacht of ze Belg, vreemdeling zonder of met wettig verblijf is.

Zo heeft het Grondwettelijk Hof, in een arrest van 1 oktober 2015 (nr. 133/2015), artikel 57sexies van de programmawet van 28 juni 2013, dat het mogelijk maakte om op algemene en abstracte wijze elke vreemdeling die drager is van een arbeidsvergunning B en van een voorlopig wettig verblijf in België van dringende medische hulp uit te sluiten, vernietigd.

 

Integrale tekst van de beslissing  

 

Referenties
Artikelen 1 en 57, §§ 1 en 2, lid 1, 1°, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

GwH 1 oktober 2015, nr. 133/2015.

Trefwoorden
Dringende medische hulp; Maatschappelijke dienstverlening; OCMW